De wereld zit vol geluiden! Klanknabootsingen zijn belangrijk in de taalontwikkeling van jonge kinderen. Zo leren ze dat een bepaald geluid bij een bepaald voorwerp hoort, zoals de “broem” bij de auto, de “miauw” bij de kat, … Tegelijkertijd oefenen ze in luisteren en spreken – de klanknabootsingen trainen de spieren van lippen en tong en bovendien werkt het erg verbindend om via al deze geluiden in interactie te gaan met je baby.
Blader samen met je baby door het boek en vertel uitgebreid bij die prenten waar je baby aandacht aan schenkt. Vertel wat je ziet, wie je ziet, wat er gebeurt en maak de geluiden. Stimuleer ook je baby om de geluiden te maken. Verzin er bewegingen bij en raak je baby zachtjes aan. Zing liedjes en maak ook gebruik van vingerpopjes (bijvoorbeeld van de dieren) of speelgoed (bijvoorbeeld de voertuigen) om de voorwerpen te concretiseren. Maak hierbij een duidelijk onderscheid tussen het voorwerp en het geluid.
Luister ook zonder het boek naar alle geluiden die jullie omringen. Benoem wat je hoort, onderzoek wat het is en ga ook zelf geluiden maken door bijvoorbeeld ergens op te tikken of te wrijven.