Dit is geen kartonboekje maar een prentenboek met dunne, papieren bladzijdes. Het vraagt van je peuter best al wat boekervaring om dit boekje zelfstandig te doorbladeren. Lees dit boek samen met je kind en trek het open naar zijn leef- en ervaringswereld.
Bekijk de cover: wie zie je? Wie zou er achter het meisje staan? Lees de titel voor: wie is er groot? Het meisje telt allerlei stukjes van haar lichaam – doe dit ook bij je kind: waar is je navel? Hoeveel oren, ogen, benen, … heb je? Welk speelgoed heeft het meisje? En jij, waar speel jij het liefst mee? Heb jij ook een grote broer? Wat is jouw plekje in de zetel? Wie slaapt er mee in jouw bed? Hoeveel knuffels liggen er bij het meisje mee in bed? Wat doet het meisje in bad? Speel je ook met schuim in het bad? Wat ligt er op het bord van het meisje? Vind ze het lekker, denk je? Hoe kijkt ze? Wat gebeurt er? Wat vind jij lekker en wat niet? Kan het meisje echt alles helemaal zelf? Misschien kan je ook even inzoomen op de rol van de ouders, de bijna onzichtbare helpende hand.
Groot en klein; alles in perspectief! Verzamel wat speelgoed en orden het van klein naar groot, of van groot naar klein. Benoem wat het kleinste/grootste is, of wat precies even groot is. Speel zelf ook met klein en groot, door je kind op een stoel te plaatsen of door zelf op je knieën te gaan zitten en zo het perspectief te veranderen.