Cover van Klop klop, wie is daar?
Auteur:
Sarah Adreacchio
Uitgeverij:
Oogappel

Klop klop, wie is daar?

In dit knuffelzachte boekje zitten dieren verstopt achter vilten flapjes. De tekst “Klop klop, wie is daar?” wordt op elke bladzijde herhaald door telkens een ander dier: de slak, de eekhoorn en de kever. Zo valt er steeds iets anders te zien, voelen en ontdekken!

Leg dit zachte boekje in de handen van je baby en observeer wat hij er allemaal mee doet. Benoem wat je ziet: niet alleen de handelingen van je baby maar ook wat er te zien is in het boekje. Moedig je baby aan de bladzijdes om te draaien, de flapjes te manipuleren. Vertel in een rijke taal en voeg er liedjes, versjes en beweegspelletjes aan toe.
Wie woont er in de eikel, die bengelt aan een tak? Kiekeboe! Twee mieren. Maak van je handen kriebelende mieren en kriebel je baby.
Maak van je hand een slak die over het lijf van je baby kruipt. Laat het slakje traag kruipen en benoem de lichaamsdelen waarover het slakje kruipt. Maak hier en daar ook zachte kriebelbewegingen:
slakje slakje kruipt heel traag
over je arm helemaal omlaag.
Slakje slakje kruipt omhoog
over je neusje met een boog…

Het slakje ontmoet een glibberige worm, die achter het flapje in de appel zit. Het flapje lijkt wel een hoed, die de worm op zijn kopje heeft. Speel een kiekeboe-spelletje:
Kiekeboe! Worm met een hoedje
Kiekeboe! Appel met een gat

De eekhoorn met zijn pluizige staart klopt met een bloem aan bij de muis, maar die slaapt! Ssst… Muisje slaapt… Zing een zacht wiegeliedje voor de muis.
De kever met zijn kriebelpootjes klopt aan bij… het lieveheersbeestje. Hoera! Er is taart! Maak van je handen kriebelpootjes en loop zo over het lijf van je baby. Benoem de lichaamsdelen die je kriebelt.