Zet het boekje opengevouwen naast het speeldeken van je baby. Leg je gezellig naast hem op je buik op de grond en bekijk zo samen het boekje. Wijs aan, benoem, vertel en zing. Maak er zo een fijn, verbindend en talig interactief moment van.
Aan de zwart-wit kant begint de herfst met een wegvliegend blad: blaas zachtjes tegen het blad, en blaas dan zachtjes over je baby. Zing je eigen variatie van “alles in de wind”, met de naam van je baby erin verwerkt. Het eindigt met een wolk vol regen: zing het liedje van “tikke takke regen” en laat je vingers als regendruppels tikken op het lijfje van je baby.
Aan de andere kant staan tekeningen in kleur. Als eerste een paddenstoel met guitige oogjes – zing hier het liedje “op een grote paddenstoel”, een sjaal met streepjes die lijkt op een worm! Maak van je hand een kronkelende worm die over het lijfje van je baby kruipt en kriebelt. Dan volgt een eekhoorn met een dikke pluimstaart en een eikel tussen zijn pootjes. Ook hier kan je nog eens blazen (de hete thee) en de regen laten tikken en spatten (bij de regenlaarsjes). Haal de herfst in huis in de vorm van gedroogde bladeren en laat je baby voelen en de blaadjes laten knisperen. Nog fijner is om zelf de herfst in te duiken, en in het bos op zoek te gaan naar eikels, kastanjes, blaadjes, takjes en mos. Allemaal andere structuren om te voelen en te ervaren.
In dezelfde reeks verscheen er ook ‘Mijn eerste zomer’.