Voor een optimaal effect moet je de verschillende bladzijdes in dit boek even blootstellen aan het licht. Lees het bijvoorbeeld voor bij een lampje. Knip het lampje uit en geniet van de oplichtende illustraties: de maan, de sterren, de kat, maar ook de Eiffeltoren, de lichten van de auto (en het spookje onder het bed). Laat je baby het zachte boekje zelf vasthouden. Observeer goed wat je baby doet en benoem dat. Vertel ook wat er allemaal te zien is. Op de eerste dubbele bladzijde zijn er verschillende nachtdieren actief. Zing het liedje van de uil:
Hoor je de uil, in het donker?
Hoor je de uil, luister goed.
Daar in het bos, hoog in de bomen
hoor je hem roepen als je zachtjes doet – oehoe – oehoe!
De konijnen lichten op in het donker: Maak van je handen huppelende konijntje en spring dan hup hup over het lijfje van je baby en maak zachte kriebeltjes.
Ook de maan en de sterren lichten op:
Twinkle, twinkle, little star,
how I wonder what you are.
Up above the world so high,
like a diamond in the sky.
Op de volgende dubbele bladzijde is het nacht in de stad. De lichten van de auto schijnen op de straat, in verschillende huizen branden lichtjes – de poes maakt zich klaar voor nachtelijke avonturen en iemand wiegt een baby in slaap. Zing hier bijvoorbeeld een wiegeliedje.
Op de laatste dubbele bladzijde ligt de baby te slapen in zijn bedje. Ook hier kan je een slaapliedje zingen, de sterren tellen, het hondje aaien of kiekeboe-spelletje spelen met het spookje onder het bed door het spookje met je hand te bedekken en weer tevoorschijn te laten komen.