In dit kartonboekje bewegen kinderen als dieren: Sari vliegt als een vogel, Wes staat als een flamingo, Leon hopt als een konijn. Een boekje dat uitnodigt om samen te spelen en te bewegen!
Ga samen met je peuter op ontdekking in dit boek! Bekijk de cover: wie zie je? Wat doet de pinguïn? Wat doet de jongen? Wie doet wie na? Kan jij dat ook, waggelen als een pinguïn? Draai de opdracht om en bekijk de dieren op de rechterpagina en benoem deze. Bekijk dan het kindje op de linkerpagina: welk dier wordt hier uitgebeeld? Kan jij dat ook? Vergelijk de dieren: wie is groot, wie heeft strepen, wie heeft een snavel, wie hangt aan een draadje, wie vliegt, wie fladdert?
Beeld een van de dieren uit het boek uit (beweging en geluid) en laat je peuter raden.
Leg een aantal kussens verspreid in de ruimte. Dat zijn de lelieblaadjes in de vijver. Spring om de beurt als een kikker van blaadje naar blaadje.
Neem enkele wortels uit de koelkast (of uit de speelgoedkist) en leg deze verspreid in de ruimte. Hop als een konijn van wortel naar wortel en verzamel ze allemaal in een mandje.
Stop een aantal speelgoeddieren in een voelzakje en voel om de beurt aan een dier: welk diertje is het? Beschrijf wat je voelt. Goed geraden? Beeld het diertje dan ook uit!
Zing op de melodie van ‘de wielen van de bus’:
De kikker in de vijver springt en kwaakt, springt en kwaakt, springt en kwaakt.
De kikker in de vijver springt en kwaakt, als de kikker ontwaakt!
De vogel in het bos vliegt op en neer, op en neer, op en neer.
De vogel in het bos vliegt op en neer, telkens weer!